Studio AMS

Het fiscale spel en de opkomst van de fair share gedachte

Datum: 31-01-2022 Auteur: Pieter Asjes

In aanloop naar de dialoog op de RODE LOPER Amsterdam editie op 11 februari, geeft belastingadviseur en NOB bestuurslid Pieter Asjes alvast zijn ‘openingsbod’ over ethiek en de belastingadviespraktijk.


Ethiek mag inmiddels rekenen op warme belangstelling van de belastingadvieswereld. Dat was niet altijd zo. Voor belastingadviseurs bestond er heel lang een grens van wat aanvaardbaar was: tax evasion niet en tax avoidance wel. Evasion was fraude en dus strafbaar en avoidance was het slim toepassen van de regels zodat zo min mogelijk belasting werd betaald. Ethiek in het fiscale vak was dan ook met name gericht op het bewaken van de grens tussen fraude en slimmigheid. Verder ging het niet.

De belastingadviseurs verwezen dan graag naar uitspraken van de Hoge Raad over de grens van een aanvaardbaar advies. Voor fiscalisten was het “pleitbare standpunt” het moreel kompas. Bij het innemen van een pleitbaar standpunt in een aangifte kan er nooit een boete worden opgelegd, ook niet als de rechter het standpunt verwerpt. Zo is er decennialang een spel gespeeld waarbij aggressive tax planning de moeite waard kon zijn. Voorwaarde was dat er een pleitbare uitleg was van de belastingregels. Bij verlies van een procedure moest vaak alsnog de belasting worden betaald, die men trachtte te besparen. Een dergelijke procedure werd dan veelal verloren op grond van fraus legis, ofwel het foppen van de wet. Er zijn veel uitspraken waarin de Belastingdienst niet alleen kunstmatige constructies op grond van fraus legis bestreed, maar ook een boete oplegde van soms 100% van de verschuldigde belasting. Bij een pleitbaar standpunt veegde de rechter die boete echter van tafel.


Veel ondernemingen zagen belastingen, met name de winstbelasting, alleen als een kostenpost. Om aandeelhouderswaarde te creëren waren veel ondernemingen bereid om die kostenpost zoveel mogelijk te beperken. Fiscaliteit werd als amoreel beschouwd. Daarbij speelt een rol dat het vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is dat een belastingplichtige het recht heeft om de fiscaal meest voordelige route te kiezen.

 "De fiscalist die zich bij zijn advisering alleen op wet en regelgeving beroept is niet meer van deze tijd."


Maar inmiddels is de buitenwereld zich gaan bemoeien met het fiscale spel en is onder andere de fair share gedachte opgekomen. De fiscalist die zich bij zijn advisering alleen op wet en regelgeving beroept is niet meer van deze tijd. Veel fiscale organisaties hebben inmiddels een code of conduct ingevoerd, waarvan tax principles en tax governance deel uitmaken. De tax principles zien op client acceptatie, kwaliteit van het advies, stakeholder dialoog, transparantie over het advies, de onderliggende feiten en economische realiteit. Tax Governance ziet op naleving van de regels en rapportage daarvan.



Kantoren en fiscalisten die vallen onder een tax governance code zullen derhalve mede op ethische gronden moeten bepalen tot hoever ze willen gaan in hun advisering.

Overigens verwijs ik nog naar de voormalige Staatssecretaris Snel die de beroepsgroep van belastingadviseurs heeft opgeroepen om hun cliënten die bij geen enkele koepel zoals de NOB zijn aangesloten en dus ook niet onder enige beroepsregel vallen.